HP Officejet Pro L7550 - Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem

background image

Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem
Stel het apparaat in zoals in dit gedeelte is beschreven als u op hetzelfde
telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en als u tevens een
computermodem op deze telefoonlijn hebt aangesloten.

Opmerking

Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met het

apparaat, kunt u de modem en het apparaat niet gelijktijdig gebruiken. U kunt met
het apparaat bijvoorbeeld niet faxen terwijl u met de computermodem een e-
mailbericht verzendt of surft op het internet.

Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen

Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem

Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen
Als u op dezelfde lijn faxt en telefoongesprekken maakt, volg dan deze aanwijzingen
voor het installeren van de fax.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende
manieren waarop u het apparaat kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw
computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:

Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (of
verdeelstekker) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle
splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de
achterzijde. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of

Faxen instellen op het apparaat (alleen bij sommige modellen)

121

background image

parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de voorzijde en een aansluiting
aan de achterzijde.)

Afbeelding 9-7 Voorbeeld van een parallelle splitter

Als de computer beschikt over een telefoonpoort, kunt u het apparaat configureren
op de wijze die hieronder wordt beschreven.

Afbeelding 9-8 Achteraanzicht van het apparaat

1

Telefoonaansluiting op de wand

2

Het bijgeleverde telefoonsnoer is aangesloten op de 1-LINE-poort op
de achterzijde van het apparaat

3

Parallelle splitter

4

Computer

5

Telefoon

Het apparaat op dezelfde telefoonlijn installeren als een computer met een
telefoonpoort
1.
Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de

computerinbelmodem) is verbonden met een wandcontactdoos. Haal het snoer uit
de wandcontactdoos en sluit het aan op de parallelle splitter.

3. Verbindt een telefoonsnoer vanaf de parallelle splitter met de poort met het label 2-

EXT op de achterzijde van het apparaat.

4. Verbind een telefoon met de parallelle splitter.

Hoofdstuk 9

122

Configureren en beheren

background image

5. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken

tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde
van het apparaat.

Opmerking

Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het

apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.

6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van

faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.

Opmerking

Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet

uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen
ontvangen.

7. Nu kunt u instellen hoe u wilt dat oproepen door het apparaat worden beantwoord,

automatisch of handmatig:

Als u het apparaat instelt op het automatisch beantwoorden van oproepen,
verloopt het beantwoorden van alle binnenkomende oproepen en het
ontvangen van faxen automatisch. Het apparaat zal in dat geval geen
onderscheid kunnen maken tussen binnenkomende oproepen en faxberichten.
Wanneer u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u deze
beantwoorden voordat het apparaat de oproep beantwoordt. Stel het apparaat
in op automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen door de
instelling Automatisch antwoorden in te schakelen.

Als u het apparaat instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u
aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen op te nemen, omdat het
apparaat anders geen faxen kan ontvangen. Stel het apparaat in op het
handmatig beantwoorden van binnenkomende oproepen door de instelling
Automatisch antwoorden uit te schakelen.

8. Voer een faxtest uit.

Opmerking

Als uw computer achteraan beschikt over twee telefoonpoorten,

hoeft u geen parallelle splitter te hebben. U kunt de telefoon dan aansluiten op de
OUT-poort op de computermodem voor inbellen.

Als u de telefoon opneemt voordat het apparaat reageert en u faxtonen hoort van een
faxapparaat dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden.
Als u op uw telefoonlijn gesprekken voert, faxt en een computermodem voor inbellen
hebt, volg dan deze aanwijzingen om de fax te installeren.

Faxen instellen op het apparaat (alleen bij sommige modellen)

123

background image

Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem
Volg deze instructies als uw computer beschikt over een DSL/ADSL-modem

1

Telefoonaansluiting op de wand

2

Parallelle splitter

3

DSL/ADSL-filter

4

Bij het apparaat geleverde telefoonsnoer

5

DSL/ADSL-modem

6

Computer

7

Telefoon

Opmerking

U zult een parallelle splitter moeten kopen (dit wordt ook een

koppelmechanisme genoemd). Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de
voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Gebruik geen telefoonsplitters
voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan
de voorzijde en een aansluiting op de achterzijde.

Hoofdstuk 9

124

Configureren en beheren

background image

Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1.
U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.

Opmerking

Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde

telefoonnummer delen met de DSL-dienst, moeten met extra DSL-filters zijn
verbonden, anders krijgt u ruis als u telefoongesprekken voert.

2. Met het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer verbindt u het ene uiteinde met

de DSL-filter en het andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE aan de
achterzijde van het apparaat.

Opmerking

Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de DSL-

filter te verbinden met het apparaat, kunt u waarschijnlijk niet faxen. Dit
speciale telefoonsnoer verschilt van telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op
kantoor reeds gebruikt.

3. Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort

met het label 2-EXT achter op het apparaat en sluit u vervolgens een telefoon aan
op deze poort.

4. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
7. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon gaat, neemt het apparaat automatisch op na het aantal
belsignalen dat u in de instelling Hoe vaak overgaan hebt opgegeven. Vervolgens
begint het apparaat faxontvangsttonen naar het verzendende faxtoestel te sturen en
ontvangt het de fax.